Pimpen

oktober 21, 2010

Er waren eens twee oude bureaukastjes. Enkele decennia geleden waren ze bij een firma buitengevlogen, wegens aftands, en zijn ze bij mij terechtgekomen. Drie à vier verhuizingen hebben ze meegemaakt. In hun laden heeft in de loop der jaren van alles gehuisd: paperassen, tuin- en timmergerief,  partituren, ijzerwaren, verf…
Ze hebben het allemaal overleefd.
Je merkte wel dat ze afgeleefd waren. Hier en daar beschadigd, krassen, afgebladderd. Maar ook al zagen ze er uit als oude knarren, de schuifjes werkten nog feilloos. Die functioneerden nog altijd jeugdig.

Toch was ik zinnens om de kastjes eerlang naar het ouderlingentehuis voor gepensioneerd meubilair te brengen, zijnde het containerpark. Tot ik bedacht dat ze eigenlijk in de logeerkamer als nachtkastjes zouden kunnen fungeren. Maar dan moesten ze wel opgekalefaterd worden, of “gepimpt” zoals men dat tegenwoordig noemt.
Pimpen. Het klinkt leuker en minder arbeidsintensief dan opkalefateren. Hoewel, het was best tijdrovend. Maar o zo leuk! Bij iedere borstelstreek zag ik de kastjes glimmen van genoegen. Ze leken te kirren van plezier: “Joepie! Wij krijgen een nieuw kleedje!”
En zie ze nu eens pronken. Ze voelen zich helemaal thuis, in “hun” kamer.

(Foto: voor en na) 001


De logeerkamer

oktober 19, 2010

002 Met papier en papborstel ging ik er tegenaan. Die knalrode kamer, waarin je je ogen niet dicht doet van de slaap maar van afgrijzen, is niet meer. Ze is heropgewekt tot een frisse logeerkamer. Nog enkele decoratieve prullaria, zoals bv.  oude kastjes en een paar andere rekwisieten een aangepaste kleur geven, en eventuele gasten kunnen zich vredig te slapen leggen.
Nog wel even wachten alvorens een overnachting te boeken. Er is nog één… euh… nogal significant detail dat moet uitgevoerd worden…. Er staat namelijk nog geen bed in. Maar dat wordt kortelings opgelost… denk ik.


Kleurtjes

oktober 15, 2010

Kleurtjes kiezen. Voor veel dames een topic waar ze geregeld mee worstelen. Of heb jij, juffrouw/mevrouw, nog nooit in dubio gestaan bij de aankoop van ofwel een groen ofwel een rood truitje? 
Bij de heren lijkt de kleurentwijfel minder aanwezig. Of hun pantoffels nu bruin of rood zijn. Als ze maar lekker zitten, nietwaar? 🙂
Bij dames ligt dat niet zo eenvoudig. Kleuren spelen een belangrijke rol in hun leven. Ze kunnen er zelfs uren over discussiëren. Zoals ik, gisteren.

Ik kon niet beslissen. Moeten de overgordijnen nu een braaf kleurtje hebben of mogen ze flashy zijn? Ik riep er mijn vriendin bij. Bij een reeks kopjes koffie overliepen we urenlang het hele kleurenscala. We weken wel eens af van het onderwerp natuurlijk. Sommige kleurtjes geven aanleiding tot amusante gespreksstof. 
Na een voormiddag wikken, wegen en wauwelen kwam de ideale kleur uit de bus: zacht lila-roze. En ‘t moesten inbetween gordijnen zijn. Want de dichtheid van de stof hadden we ook besproken.

Gisteren ging ik op pad. In de vier winkels waar ik naar zacht lila-roze inbetween gordijnen vroeg werd ik bekeken als een buitenaards wezen.
Dan maar het internet afgeschuimd. Ik vond er alle kleuren van de regenboog, maar geen zacht lila-roze.
Nu ja, als de industrie geen lila-roze inbetweens produceert… misschien is zandkleur ook wel mooi.
‘k Zal eerdaags mijn vriendin nog eens moeten uitnodigen.
Kleurtjes! Ze kunnen vrouwen behoorlijk bezig houden!


Zware taal

oktober 5, 2010

Ik geef toe, ik was in fout. ‘k Had beter moeten weten. Maar dat ze daar zo’n poeha van moeten maken? Ik werd behoorlijk kregelig van de taal die gehanteerd werd.

Mevrouw, Mijnheer, uw voertuig staat geparkeerd in een
1) zone voor kort parkeren, uitgerust met parkeerautomaten of een ander systeem van verplicht betalend parkeren, waardoor u opteert voor het retributietarief.
2) blauwe zone zonder geldige of juist ingestelde parkeerschijf waardoor u opteert voor het desbetreffend retributietarief.
Ingevolge de voorwaarden vermeld op de parkeerautomaten of de reglementering betreffende het gebruik van de parkeerschijf in de blauwe zone en de respectievelijke gemeentelijke retributiereglementen, wordt u geacht te opteren voor het betalen van 12,50 euro.”

Wat een onvriendelijke, stroeve taal!
Ik was mijn parkeerkaart vergeten. Dat klopt. Spijtig, want ik was binnen de twee uur mijn auto gaan ophalen. Daarom word ik “geacht te opteren voor het betalen van 12,50 euro.” Ik opteer daar niet voor! Ik word verplicht, begot! En ik zou daar niet zo nijdig voor zijn, moesten ze het mooi verwoord hebben.

“Madammeke, je bent je parkeerschijf vergeten. Een beetje verstrooid geweest? Sorry, maar dat gaat je 12,50 euro kosten. Een prettige dag verder.”
Zeg nu zelf, als ze het zo gevraagd hadden, sla je jezelf nog wel voor de kop omdat je zo stom geweest bent, maar je vergeeft die klootzakken gemakkelijker dat ze hun plicht gedaan hebben.


Hup faldera

oktober 3, 2010

Er wordt nogal eens gewaarschuwd voor Facebook. “Ga daar verstandig mee om, want het kan verstrekkende gevolgen hebben.”
Nou en of! 🙂

Een ex-collega van mijn schoonzoon, en een van mijn vrienden op Facebook, startte via het chatprogramma een babbeltje. Geen los praatje over weer en wind. Hij wou informatie. Wat ik hem met plezier verstrekte. Tijdens dat elektronisch gesprekje vertelde hij, dat hij in zijn vrije tijd als webmaster en soms als DJ meewerkte bij een regionale radiozender en dat die zender die avond zijn zoveelste verjaardag vierde. Of ik niet mee kwam feesten? ‘t Zou er wel hup faldera aan toegaan, want ‘t was een zender die hoofdzakelijk door senioren verzorgd en beluisterd wordt. Maar ambiance zou er zeker zijn. “The Jackets” kwamen spelen.
The Jackets? Nooit van gehoord. Maar in de stem van mijn facebook-vriend klonk een zeker respect.
Ik trok mijn stoute laarzen aan. Een avondje hup faldera… ‘t Was eens wat anders.

Op het podium een groep muzikanten van gezegende leeftijd. In ‘t midden van de zaal een dansvloer, bestrooid met fijn rijnzand (of iets dergelijks). Rondom de dansvloer een omlijsting van tafeltjes waaraan bejaarden vrolijk kwetterden. Kortom, de aanblik van een seniorenhappening die zo uit “Man bijt hond” leek te komen. Ik monkelde. Al had ik daar het recht niet toe. Ik paste in het landschap.

Ik begroette mijn Facebook-vriend en zijn vrouwtje. Daarna overwoog ik waar ik zou gaan zitten, want Facebook-vriend en vrouwtje waren van dienst.
”Hé! Senjora! Da’s lang geleden!”
Wel alle donders! Er zaten bekenden! Toffe mensen die ik jaren niet meer gezien had!
Na een onze hernieuwde kennismaking begon het orkest te spelen. Allemaal evergreens en smartlappen uit de oude doos. Maar als je denkt dat ik me daaraan ergerde, heb je het mis. Ik genoot! The Jackets speelden de pannen van het dak. De oudjes dansten vrolijk. Elk volgens zijn kraakbeengestel. Sommige schuifelden; anderen zwierden en draaiden als sterren op de dansvloer. Het ging er aanstekelijk vrolijk aan toe. Ik kon niet blijven zitten! Bij de eerste wals vroeg ik de dame uit mijn gezelschap ten dans. Ik haalde mijn hart op. Heerlijk, zo ongeremd dansen op de kermiswalsen uit mijn steentijdperk!

Net als Assepoester, die zich ook een avond te pletter geamuseerd had, poetste ik om middernacht de plaat. Met de glimlach. De verstrekkende gevolgen van Facebook hadden me een hup faldera avond bezorgd, waar ik nu nog van nageniet. 


Bij de buren

oktober 1, 2010

Om de ramen van de keuken te kunnen lappen, moest ik het tuinhek open zetten. Ik had vaag gezien dat Woefke zich buiten het hek gewaagd had, maar ging zo op in mijn werk dat ik er geen aandacht aan besteedde. Trouwens Woefke loopt toch niet meer weg… dacht ik.

Dat was TE optimistisch gedacht. Toen ik gedaan had met zemen was Woefke foetsie.
Ik panikeerde lichtjes. Waar kan dat beest naartoe zijn? Ze kent de buurt nauwelijks. Ik was met haar al wel gaan wandelen, maar niet altijd langs dezelfde weg!
Ik haalde de auto van stal en reed stapvoets langs de wegen die we al bewandeld hadden. 
Geen hond te bespeuren. Maar ja, het beest kon ergens een wildvreemde tuin binnengewandeld zijn.
Ik besloot een andere richting uit te rijden.
En wat ziet mijn lodderig oog in het voortuintje van mijn tweede buur? Mijn hond zat daar parmantig op haar hurken een flinke worst te draaien.
Ik loodste Woefke in de auto. Gelukkig had ik poepzakjes bij. Met het schaamrood op mijn wangen heb ik snel het voortuintje ontdaan van Woefke’s drek.
Ik moet met de buren nog kennismaken. Maar dan wel graag op een andere manier. 


“Het verloren schaap”

september 30, 2010

Wegens plaatselijke wegwerkzaamheden zou ik een wegomlegging moeten volgen. En dat voor slechts één dringend boodschap. Kon ik die omweg niet omzeilen? In een ver verleden was ik nogal in die buurt geweest en ik meende me enkele sluipwegen te herinneren. Hoe langer ik er over nadacht, hoe meer herkenningstekens ik in mijn geheugen zag oplichten.
Ik waagde het er op, zonder GPS en zonder Google maps te raadplegen. Ik was absoluut zeker dat ik die binnenwegen nog wist te vinden.

De binnenwegen leken helemaal niet meer op die van vroeger. Er waren nieuwe huizen verrezen. De infrastructuur van het verkeer was gewijzigd. Ik herkende niks.
Zou ik dan een straat te vroeg in gedraaid zijn?
Ik volhardde in de boosheid en volgde mijn gevoel.
Nou!… Dames met een goed oriëntatievermogen, er wordt gezegd dat ze schaars zijn. 🙂

Na zowat een kwartier dolen, kwam ik vanuit de tegenovergestelde richting op een punt waar ik al geweest was. Ik reed dus terug in plaats van naar ginder.
Tot overmaat van ramp kwam ik daar nog in een file terecht ook.
Ik gromde als een getergde hond en maakte rechtsomkeer. Geconcentreerd keek ik naar de omgeving, zoekend naar gebouwen die me bekend voor kwamen. Slechts zelden ging er een lichtje branden. Zat ik wel op de juiste baan?
Tot ik een huis zag met een groot uithangbord: “het verloren schaap”. Ik proestte het uit. Daar hing het nu, zie! De waarheid! In koeien van letters! Ik was een verloren schaap.

Enfin, ik ben er uiteindelijk geraakt, na een omweg van circa 15 km.
Voortaan toch maar de aangegeven wegomlegging volgen, zeker?


Archiveren

september 24, 2010

Het voordeel van verhuizen is dat je alles sorteert. Zo kwam ik het archiefje van mijn vader zaliger tegen. Hij was destijds een onderwijzer die in zijn vrije tijd het Vlaamse land doorkruiste met zijn poppenkast en sprekende pop. Het archiefje dat ik van hem bezit, bevat de teksten van zijn poppenspelen, de agenda van zijn optredens, een revue die hij schreef, sketches die hij verzameld of geschreven heeft… En dan was er dat een kleine mapje met als titel: “uitspraken (uit opstellen) van kinderen”. Het was een bloemlezing van de flaters van zijn leerlingen. Ik heb me er een kriek mee gelachen. Hieronder enkele voorbeelden.

– Mijn oudste broer is al getrouwd, want hij knutselt gaarne met een meisje dat hij gevonden heeft op de kermis.

– Ik kan wel een beetje zwemmen, maar ik kan nog niet goed boven blijven.

– De scouts dat is goed om te leren op eigen benen staan voor tegen dat we getrouwd zijn.

– Alcohol is zeer slecht, je kunt ervan tegen een boom rijden en er zijn al zo weinig bomen.

– Alcohol geeft aan de soldaat moed om te sneuvelen.

– Ik zal je nu vertellen hoe ik mijn hersens eens heb geschud.

– Ze had de zware vrachtwagen te laat gezien en vlam! Ze zat met haar neus in de ander zijn achterste.

– Hij kreeg een kogel vlak in zijn hart en daar kon hij niet tegen.

– Een paar dagen voor mijn geboorte onderzocht de dokter ons. Hij dacht dat ik twee meisjes was, maar ik was één jongen.

– We hebben dan nog een tweeling. Nadine en Jeanine en die lijken op elkaar als twee druppels water, vooral Jeanine.


De houtkachel

september 21, 2010

De leukste plaats in dit huis is de veranda. Drie grote, zuid gerichte ramen en een lichtkoepel. Een zee van licht en warmte. Bij zonnig weer dan toch. Als het wolkendek dicht blijft is er nog veel licht, maar geen warmte. Want laat nu elke plaats van dit huis voorzien van centrale verwarming, de veranda blijft verstoken van dat comfort. Er is wel een houtkachel.
Klinkt dat gezellig warm in jouw oren? Nou, dat dacht ik ook.

Een open haard aansteken heb ik nog gedaan. Maar met een houtkachel had ik geen ervaring. Vivat Google! Zo vond ik dat brandhout (dat twee jaar moet drogen) uit de tijd is. Tegenwoordig gebruikt men houtbrikketten. Stockeren (om te drogen) hoeft niet, ‘t is milieuvriendelijker (wordt gemaakt van houtafval), brandt langer, minder as… Mijn keuze was snel gemaakt. 
Het systeem van aansteken is hetzelfde: verfrommelde kranten in brand steken, er aanmaakhout op leggen en als dat brandt er een houtbrikket bovenop opleggen. Fluitje van een cent, zo leek me.

Om te beginnen had ik geen kranten. Dan maar een P-magazine verscheurd. Willen die blote trienen toch niet vlammen, zeker! Hooguit één tiet die vuur vatte. Daarna…. pshsh… vuur uit. Van alles heb ik geprobeerd. Brandende tandenstokers toegevoegd, verfrommelde rekeningen van de GB in brand gestoken (dat brandde al iets beter), het aanmaakhout zorgvuldig kampvuurgewijs op de eerste vlammetjes gestapeld… Ik kreeg het er verdorie warm van en vroeg me af waarom ik eigenlijk die  houtkachel wou aansteken. Ik zweette nu al!

Een half uur en veel zweetdruppels later kreeg ik de houtkachel aan de praat. En zie me hier nu zitten puffen. Het is in de veranda bijna 23°. En dat met één houtbrikket die zachtjes smeult en zo te zien nog ettelijke uren zal smeulen.

Hoe dan ook. Dit was een experiment. Nu weet ik dat ik in de winter ook in de veranda kan zitten bloggen.


Blokje om

september 20, 2010

‘s Avonds het blokje om met de hond. Het is een dagelijkse geplogenheid. Een frisse neus halen is immers goed, zowel voor de hond als voor het baasje.
De vorige 3285 uitjes haspelde ik telkens af in circa 10 minuten. Het blokje om was immers maar 500 m. Dat is nu even anders.

In deze buurt is je hond vrijelijk laten poepen not done. Ook niet op de “gazon” van de gemeente. Zo vernam ik van de huisbazin. Poepzakjes gebruiken, luidt de boodschap. Tenzij in het bos, iets verderop. Daar mogen woefkes de boel onder poepen en hoeven de baasjes de uitwerpselen niet te plastificeren.

Wat doe ik nu? Ik sleur Woefke door de bewoonde straat zonder haar de kans te gunnen van te hurken. (Al heb  wel poepzakjes bij, hoor.) Tot zo’n 500m verderop, in het bos. Daar mag het toegeknepen beestje eindelijk haar sluitspieren openen.  Tegen de tijd dat we terug in de bewoonde wereld arriveren, is alle ballast overboord.

Dat maakt wel dat het blokje om qua afstand verdrievoudigd is: 1,5 km. Nu ja, ‘t is goed voor de conditie en bij zonnig weer is het een leuke wandeling. Bij sneeuw zou ik het ook nog tof vinden. Maar of ik zo’n groot blokje om in de regen ook leuk zal vinden?